De vraag die ons bezig houdt is hoe we erachter komen wanneer we starterswoningen moeten bouwen en hoeveel? De gemeente heeft een woonvisie ontwikkeld op basis van het volkshuisvestingsbeleid. De VVD heeft daarop in algemene zin gereageerd en vindt dat de wethouder moet sturen op behoefte.
Om de vraag naar starterswoningen goed te begeleiden en te zorgen dat er een goede balans ontstaat tussen duurdere en goedkopere (huur-) woningen, heeft de gemeente zich garant gesteld voor de mogelijkheid van de zogenaamde startersleningen. Tot 1 januari 2014 konden starters gebruik maken van een regeling, waarbij de prijs kunstmatig laag werd gehouden doordat de woningbouwcorporatie de woning moest terugkopen als de starter de woning wilde verkopen. Deze manier van verkopen wordt niet meer toegepast. Woningbouwcorporatie Thuisvester bouwt nu woningen voor starters tot €185.000, waarbij starters gebruik kunnen maken van de starterslening.
Nu doet zich het feit voor dat er weinig startersleningen worden aangevraagd bij de gemeente. Feitelijk betekent dit dat er ofwel geen starters zijn op de woningmarkt die de gemeente nodig heeft om een hypotheek te kunnen krijgen, of dat er helemaal geen starters zijn. Ook is een feit dat de woningen die gebouwd worden voor een relatief lage prijs lange tijd hebben leeggestaan, zoals Schuttershof in Achtmaal.
De roep om starterswoningen die sommige politieke partijen
menen te moeten doen is dus kennelijk niet echt gebaseerd op feiten maar meer
op onderbuikgevoel.
Zoals aangegeven is de achterliggende gedachte de jeugd in Zundert vast te willen houden. Hier is veel meer voor nodig dan het bouwen van starterswoningen! Starterswoningen bouwen en leeg laten staan is niet de oplossing.
De Dorpsraad Achtmaal heeft zich ooit sterk gemaakt voor een bedrijventerrein aan de noordzijde van het dorp. Dát geeft veel meer zekerheid dat starters in het dorp of de gemeente blijven. Een bedrijventerrein geeft werkgelegenheid, werkgelegenheid leidt tot woonbehoefte en dat leidt weer tot behoefte aan schoolcapaciteit en winkels. Dát is de oplossing voor de levendigheid van de kernen, precies zoals beschreven in de iDOP’s (interactieve dorpsontwikkelingsplannen).
Starterswoningen bouwen is dus niet het toegeven aan onderbuikgevoel. Het is veel meer het gevolg van een integrale visie.
Laatst sprak ik een mevrouw uit Wernhout, die mistroostig
vaststelde: ’Mijn kinderen hebben na hun studie in de grote stad, daar ook werk
gevonden, ze wonen er nu allebei, en ik geloof niet dat ze ooit nog terug komen’.
Helaas is dat de werkelijkheid en daar helpen echt geen starterswoningen aan.
Gert Groenewegen
Fractieleider VVD
1 maart 2016